Voordat ik op school met een techniek- of sciencelab start!
Het inrichten van een Sciencelab in het PO
door Ton Keesom (Proton Support)
Inleiding
Nu Wetenschap & Techniek, of beter gezegd, Onderzoekend en Ontwerpend Leren meer gemeengoed wordt in het basisonderwijs, komen scholen in toenemende mate voor de vraag te staan of, en hoe, ze een eigen technieklokaal oftewel sciencelab gaan inrichten. De vraag ‘of’ kan wellicht beantwoord worden na het lezen van deze handreiking die vanuit de praktijk een aantal handvatten beschrijft voor het ‘hoe’. Daarbij worden de volgende invalshoeken belicht: Doelen, Organisatie, Financieel, Ruimte en inrichting en Exploitatie en onderhoud. Tot slot wordt een samenvatting en advies gegeven.
Doelen
De eerste overweging betreft het doel waarmee het technieklokaal wordt opgezet. Het is zaak hierbij aansluiting te zoeken bij de eerder geformuleerde visie. Daartoe dienen een aantal overeenkomstige vragen beantwoord te worden als bij de visieontwikkeling:
• Is er sprake van W&T als apart vak, of wordt de ruimte onderdeel van Onderzoekend en Ontwerpend Leren en moet het daarmee geïntegreerd worden in het curriculum, als onderdeel van de andere vakken?
• Zijn de materialen en de ruimte uitsluitend bedoeld als verkenning van nieuwe technieken en technologieën, of vervullen ze een ontwikkelingsstap in het leerproces van de kinderen? Het antwoord op deze vraag grenst aan een meer kortstondige inzet versus een meer structurele.
• Door wie gaat de ruimte gebruikt worden? Door alle groepen van de eigen school of stellen we de ruimte ook open voor gebruik door derden? Denk bijvoorbeeld aan de BSO.
Organisatie
Misschien wel het meest belangrijke onderdeel om over na te denken is de wijze waarop je het gebruik van ruimte en materialen gaat organiseren.
• Ga je straks met (hele) groepen van 20 tot 30 leerlingen aan het werk, of doe je dat in kleinere groepjes?
• Hoe organiseer je de daarbij behorende begeleiding in de techniekruimte?
• Gaat de leerkracht het zelf doen of wordt er ondersteuning gezocht door een ouder, senior, student of extern docent?
Samenwerking met een PABO of een MBO om op structurele basis studenten te leveren die activiteiten rond het gebruik van bepaalde materialen begeleiden, kan een win-win situatie opleveren. Hierbij doen de studenten ervaring op in een actueel vakgebied en profiteert de school van kennis van de studenten met deze materialen.
De inzet van een ouder of senior met een technisch beroep als achtergrond die met regelmaat de begeleiding verzorgt kan een goede oplossing zijn.
Besteed ook aandacht aan instructie en/of opleiding voor de leerkracht, zodat zij weet wat ze van de leerlingen kan vragen.
Financieel
Het budget is sterk bepalend voor enerzijds de inrichting daar waar het gaat om meubilair en anderzijds om de aard, de hoeveelheid en de kwaliteit van de materialen. In een technieklokaal hebben kinderen en materialen vooral veel ruimte nodig. Zowel voor opslag, gebruik als bewegingsruimte. Bij het begroten dien je daarmee rekening te houden: soort en kwaliteit van het meubilair en de materialen. Laat je daarbij niet leiden door de prijs, want daar zitten nadelige kanten aan, zoals hierna bij Ruimte en inrichting is aangegeven. Kijk ook of er aanpassingen van de ruimte nodig zijn in de zin van extra (beveiligde) stopcontacten, ventilatie en bijvoorbeeld een koelkast.
Ruimte en inrichting
Ten behoeve van het behoud van de materialen is voldoende passende kastruimte belangrijk. De ervaring leert dat na het gebruik veel materialen niet meer terug kunnen en terug gaan in de originele verpakking. Hiervoor heb je dan andere oplossingen nodig. Transparante bakken, zodat zichtbaar is wat er in zit, zijn een handige oplossing. Doorgaans nemen deze en alternatieve oplossingen meer ruimte in dan de originele verpakkingen. Meer en vooral diepe plankruimte is daarom geboden. Ook van belang is de kastruimte afsluitbaar te maken, zodat controle over de beschikbaarheid mogelijk wordt gemaakt.
Het meubilair moet zich toespitsen op het gebruik. Zo is voldoende tafelruimte een vereiste. Onder meer robot- en bouw-/constructie activiteiten vereisen veel vierkante meters. Kinderen hoeven daarbij niet altijd te zitten. Dus wat hogere statafels kunnen prima en bevorderen een actieve houding van leerlingen.
Materiaalkeuze
De inhoudelijk keuze van het materiaal zou moeten voldoen aan een aantal kenmerken:
• Past het bij de doelstellingen (uitsluitend kennismaken of is er verbinding met het reguliere lesprogramma?)
• Is er, afhankelijk van de groepsgrootte, voldoende materiaal voor alle kinderen?
• Zit er een opbouw in de materialen per leerjaar, zodat sprake is van een afzonderlijke leerlijn?
• Hoe zijn de 7 werelden van de techniek vertegenwoordigd in de materiaalkeuze?
• Hoe zit dat met betrekking tot de 21e eeuwse vaardigheden? Doen de materialen in voldoende mate een beroep op alle elf vaardigheden?
Het materiaal zelf moet van goede degelijke kwaliteit zijn. Technologisch speelgoed en ontwikkelingsmateriaal kent veel kwetsbare onderdelen die in kinderhanden stevig en veilig moeten zijn. Vanwege budgettaire redenen is het echter vaak verleidelijk om materialen in het buitenland te kopen. Niet alleen is dat vaak van mindere kwaliteit omdat andere standaarden worden gehanteerd.
Een van de grootste nadelen is dat buitenlandse items vaak zijn voorzien is van een handleiding in een vreemde taal, op zijn best nog in het Engels. Van leerlingen in de bovenbouw mag je wellicht enige kennis van de Engelse taal verwachten, maar handleidingen zijn toch (te) lastig voor ze en vragen ook van de leerkracht veel, onnodige, tijd. Een ander nadeel van buitenlandse aankopen is het lastigere beroep op garantie in voorkomende gevallen.
Exploitatie en onderhoud
Om de techniekruimte op een goede manier te gebruiken is het nodig een aantal zaken bij de inrichting goed te organiseren, om een aantal afspraken te maken en een zekere discipline aan de dag te leggen. Dat begint met het aanleggen van een inventarisatielijst ten behoeve van de leerkrachten en de begeleider in de ruimte. Deze lijst is feitelijk een handreiking voor het gebruik. Hierin zijn de materialen naar soort geclusterd, en is tenminste de volgende informatie opgenomen:
• Een foto van het materiaal zoals het in de kast is terug te vinden
• Een aanduiding voor welke (doel)groep ze bedoeld zijn
• Het aantal exemplaren
• Is er een online of fysieke handleiding, in welke taal en waar is die opgeslagen?
• Wat is er eventueel aan extra materialen nodig?
• Of en welke devices worden gebruikt?
• Welke 21e eeuwse vaardigheden komen aan bod komen bij het gebruik?
• Bij welke vakgebieden kan het materiaal ingezet worden?
Verder kan het handig zijn om alle items te nummeren, zodat ze snel zijn terug te vinden in de kasten.
Veel items die in de techniekruimte gebruikt worden hebben een vorm van stroomvoorziening nodig. De beschikbaarheid over stopcontacten op handige plaatsen helpt daarbij, net zo als een goede voorziening om batterijen, devices en modules op te laden. Laadt items consequent op na ieder gebruik, zodat de volgende gebruiker niet misgrijpt.
Opruimdiscipline is een absolute vereiste om te zorgen dat het materiaal voor iedereen onmiddellijk inzetbaar is. Zorg dat alle losse onderdelen van eenzelfde item die bij elkaar horen ook bij elkaar opgeslagen worden en niet tussen andere items terecht komen. Monitor actief het opruimproces bij het afsluiten van activiteiten in de ruimte.
Samenvatting en advies
• Laat de inrichting corresponderen met de doelen voor W&T
• Zorg voor opbouw van de activiteiten per leerjaar
• Laat alle 7 werelden van techniek vertegenwoordigd zijn
• Kies materialen die samen het hele scala aan 21e eeuwse vaardigheden aan bod laten komen
• Realiseer dat goedkoop vaak duurkoop is bij materialen
• Zorg voor Nederlandstalige handleidingen
• Maak een inventarisatielijst
• Hanteer opruim- en gebruiksdiscipline in de ruimte
• Gebruik de ruimte in kleinere groepjes onder begeleiding van een extra kracht.
• Evalueer met leerlingen, leerkrachten en begeleider regelmatig het gebruik
Download hier een afdrukbare versie van het artikel.
Ton Keesom, maart 2020
© 2020, ProTon Support, KvK 63941953, 06 28679408, info@protonsupport.nl, www.protonsupport.nl